McLaren test zowel met de MP4-17D als de MP4-18, die mits enkele kleine veranderingen al is omgedoopt tot de MP4-19.
De airbox van de MP4-19 is kleiner en de uitlaten duidelijk groter dan op de variant uit 2003.
<- 2003
<- 2003
De MP4-19 beschikt over een sterk uitgesproken "Coke-Bottle" vormgeving. De motor moet enorm compact zijn, wat het makkelijker maakt om de andere vitale onderdelen zoals oa. de radiatoren en het oliereservoir te positioneren. De motor heeft daarbij blijkbaar ook weinig koeling nodig (kleine airbox, kleine sidepods en compacte plaatsing. Maar: grotere uitlaten achteraan). Uiteraard komt deze vormgeving de aerodynamica en het centrum van het zwaartepunt ten goede.
De neus kan bewust laag gehouden worden, omdat McLaren gebruik maakt van de "Rinland"-ophanging. Door de ophanging vast te maken aan de zijkant van de monocoque, in plaats van centraal aan de splitter, hoeft minder rekening gehouden te worden met de aerodynamica centraal-onderaan de neus. De reden waarom de neuzen enkele jaren geleden werden opgetrokken was om onderstuur tegen te gaan.
