Report Belcar Spa Euro Race 2

[P De Sonville]

Dat de SRT-Corvette de snelste wagen is in het Belcarpeloton wisten we al lang. Maar dit seizoen wisten Patrick Selleslagh en de zijnen de Corvette niet alleen nog sneller te maken, maar ook de betrouwbaarheid van de dikke Amerikaan te optimaliseren. Op het eerste uur na, waarin Bert Longin in de GLPK-Viper tijdens de start de maat nam van David Hart in de SRT-Corvette en beiden vervolgens een boeiende strijd opbouwden en voortdurend stuivertje wisselden, is er weinig te vertellen betreffende de koppositie die door de suprematie van de Corvette en zijn bemanning nooit in het gedrang kwam. Na drie weekends of vier wedstrijden stond het duo Goossens/Hart reeds driemaal op het ereschavot terwijl Goossens éénmaal werd verraden door aquaplaning tijdens de start de eerste race in het voorprogramma van de 1000 km van Spa. Ook Kuismanen/Vosse waren nog met geen stokken weg te slaan van het podium met de dubbele overwinning tijdens de 1000 km van Spa als voorlopig hoogtepunt.
De stoelendans van afgelopen winter heeft beide topteams voorlopig nog geen windeieren opgeleverd. Vooral de komst van Vincent Vosse, afgelopen weekend nog eens extra versterkt door de Nederlander Duncan Huisman, heeft de Finse Viper vleugels gegeven. Door vier podiumplaatsen, inclusief twee overwinningen, in evenveel starts blijft de Oreca-bolide voorlopig de debatten leiden. De SRT-Corvette kon na zijn recente overwinning de kloof iets dichten tot 7 punten.
De derde plaats wordt voorlopig ingenomen door de GTB-Porsche GT3-RS van Penders/Lamot die afgelopen weekend de supersnelle Bart Couwberghs in hun rangen opnamen. Deze zorgde voor een indrukwekkende trainingstijd van 2’23”36. Dit bracht hen op de zesde startrij na Goossens die met een 2’16”48 de snelste tijd ooit in Belcar op de tabellen zette. En dit terwijl het hertekende circuit trager werd. Ook Kumpen/Longin die een zieke Hezemans moesten missen, trainden indrukwekkend met een chrono van 2’17”79 voor de Kuismanen-Viper (2’18”87) en de beide PSI-Porsches van Menten/Bouvy (2’21”40) en Palttala/Van Sande/Haezebrouck (2’22”04). Ook het PSI-Guestteam met Anthony Beltoise (zoon van)/Coens/Blanchemain zorgde voor een voortreffelijke chrono (2’24”12) en ze bezetten de 7de startplaats voor de Porsche biturbo van Maes/Tanghe/Verbist, Virtanen/Weisenburger (Marcos LM600), Noorman/Van Dongen, Wauters/Wauters/Schreurs en de GTB-wagens van Qvick/Geoffroy/Van Delm (Ultima) en de broers Thiers (Porsche GT3 RS).
Ondanks motorbreuk tijdens de eerste kwalificaties konden Severich/Steinberg na een nachtje sleutelen de BMW V8 toch op de pole plaatsen in de Divisie Toerisme voor merkgenoten Smets/Kenis/Cuyvers en Beliën/Jakobs/Colman. Bij G&A Racing werd De Keersmaecker vervangen door Dimitri Cuyvers omdat Michaël in Tsjechië zijn leidersplaats in het EK rallycross moest verdedigen. In TB was de Britse BMW M3 van Moore/Cox de snelste trainer voor hun Duitse merkgenoten Haschke/Josten en de Daikin MINI van Ickx/Van de Velde.
Nog voor de start kregen we een vijftal forfaits te verwerken. De Lotus Elise van Menage/Delcour vatte vuur en brandde integraal uit op de top van de Raidillon. De Corvette van Xero Competition, de Stealth van Van Moerkerke en de Saker van Guido Buskens reden tijdens de trainingen hun krachtbron aan diggelen, terwijl Bouillon de Porsche biturbo van Gabriël Racing bovenop de Raidillon in de muur plantte.
De Ford Mondeo, de Gillet Vertigo, de BMW’s van Carlier en Meijers en de Duitse Mercedes CLK kwamen niet opdagen.
Uiteindelijk gingen 46 wagens van start. En meteen werd er flink de pees opgelegd, want na één ronde moest de safety car reeds uitrukken om puin te ruimen na een zware aanrijding tussen de MINI S3 van Vanina Ickx en de BMW van Dave Cox. De safety car moest in totaal nog driemaal uitrukken voor de twee zware sorties van Tanghe en Longin, terwijl ook René Snel moest ontzet worden in een hachelijke positie in de zandbak. GLPK verloor tijdens de eerste pitstop kostbare tijd toen net op dat moment de safety car uitrukte voor de brandende Porsche van RS Motors. Tanghe had net het stuur overgenomen van Maes die op dat ogenblik in vijfde positie toefde. Met koude banden stoof hij de Raidillon op en knalde in de muur met een uitslaande brand tot gevolg. Kumpen stond daardoor een halve ronde voor het rode licht en verloor zodoende voeling met de leiders. Na de eerste reeks van pitstops kwam Fred Bouvy in de PSI-Porsche even aan de leiding, maar moest algauw in de Corvette van Goossens zijn meerdere erkennen. De SRT-bemanning zou een mooie voorsprong bijeenfietsen. Longin/Kumpen waren de enigen die het moordende tempo konden aanhouden, maar na de sortie van Longin was de wedstrijd letterlijk onthoofd. Er kwam nog een mooi duel tot stand tussen Vosse en Bouvy, maar deze laatste moest na een paar ronden de Viper toch laten gaan. Nadat de PSI-Porsche in het wedstrijdslot de GTB-Porsche van Penders nog moest voorlaten door problemen met een olielek, moest deze zich nog reppen om een opzittende Koen Wauters voor te blijven. Met het oog op de komende 24 Uren werd bij AD Sport de ploeg Wauters versterkt door Patrick Schreurs. Ze werden verdienstelijk vijfde algemeen ondanks een paar kleine probleempjes. Virtanen was ook goed onderweg tijdens het wedstrijdbegin, maar moest de handdoek werpen met een probleem aan de delco. Ook de Audi TT gaat elke wedstrijd vlugger. Rond halfkoers vielen ze echter uit door een afgescheurd aanhechtingspunt van de ophanging.

In GTB werd er zoals steeds flink geknokt voor elke plaats in het peloton. De Porsche GT3 RS van Penders/Lamot – voor de gelegenheid aangevuld met Bart Couwberghs - rijdt momenteel zowat buiten categorie, maar ook de rest van het 21-koppig GTB-peloton wil een hoofdrol spelen. De Klasse GTB is momenteel de minst voorspelbare door zijn overvloed aan kwaliteit van het wagenpark. De Ultima van Qvick en de Porsche van de broers Thiers zaten reeds dicht bij elkaar tijdens de trainingen. Ook tijdens de wedstrijd was dit een feit. Beiden kenden hun eigen problemen. Qvick kreeg een ‘stop and go’ aangesmeerd door een falende ontluchting tijdens het tanken. Ook moesten ze een extra pitstop inlassen toen de bedrading begon te roken. Na een goed doordachte splash and dash van de Thiersen in het begin van de wedstrijd werden ze tijdens de eerste twee uren steeds in het gezelschap van de Ultima gesignaleerd. Qvick kreeg zijn deel van de pechkoek en verloor zijn tweede plaats. Maar ook bij de Thiersen liep niet alles van een leien dakje. Het laatste uur moesten ze rijden zonder koppeling, terwijl Kurt ook nog eens de hardheid van de muur testte.
Voor de vierde plaats was het constant stuivertje wisselen en had iedereen wel zijn verhaal. De Ultima van Belgium Racing reed de ganse wedstrijd zonder vijfde versnelling en eindigde de wedstrijd met alleen nog de derde en vierde versnelling. Anders hadden ze een belangrijke rol kunnen spelen voor de laagste podiumtrede. Dit geldt ook voor de Porsches van Markant met De Laet/Vollebergh/Van Rossem (waterdarm), GPR met de Gastines/De Bock (koppeling), Pelle/Cook (motor), Speedlover met Verhoeven/Muytjens (waterdarm) en Meert/Van De Plas. Allen vielen terug met technische averij. Wie wel overeind bleef, kon de top 10 binnenduiken. Zo lagen de drie Porsche GT3 Supercup van First Motorsport op een bepaald moment 9de ,10de en 11de algemeen. Maar ook hier bleef het sprookje niet duren. Na een klapband op de wagen van Jeuris/Leest/Van Roey was een waterdarm geraakt en moest de wagen noodgedwongen naar de kant. Cracco/Jamers reden een goede wedstrijd, maar moesten in het slotuur in Ceusters/Metior nog hun meerdere erkennen. Van Rompuy/Haane/Van Loo hesen zich in de top 10 binnen, werden vierde in GTB en dus eerste originele Porsche GT3 Supercup. Ook de G&A-BMW Z3 werd niet van pech gespaard en hier moest zelfs een achterbrug worden vervangen. De NGT-Porsche Supercup met Marc Maton en vader en zoon Bogemans reed een oerregelmatige wedstrijd en werd beloond met een 15de plaats algemeen.

In Divisie Toerisme was het huilen met de pet op. Na de forfaits van de Ford Mondeo, de Duitse Mercedes, de BMW’s van Peter Beckers en André Carlier restten nog drie TA-wagens die moesten vechten voor halve punten. Severich kreeg af te rekenen met een nukkige motor, terwijl Beliën een brandje moest blussen en Kenis zonder koppeling viel terwijl hij aan de leiding lag. Na het ongeval van de MINI met de BMW van Cox en het uitvallen van Haschke/Josten (gaskabel) was het voor Broodcooren/De Coster en De Hoen/Essers enkel uitrijden geblazen en véél punten pakken. Severich/Steinberg wonnen terwijl Broodcooren/De Coster en De Hoen/Essers het podium in Divisie Toerisme vervolledigden.